Bewoning

De Maasvallei wordt al sinds de prehistorie bewoond. Hier zijn resten gevonden van stenen, bronzen en ijzeren werktuigen uit verschillende cultuurgroepen die zich in het stroomgebied van de Maas hebben gevestigd. Water zorgde voor voedselvoorziening en op de Maasterrassen zaten de vroege bewoners van Nederland droog. Gedurende de geschiedenis hebben onder andere Romeinen, inwoners onder Karel de Grote en de hertogen van Limburg het gebied bewoond. 

 

De Peelhorst was gedurende lange tijd een lastig bewoonbaar gebied. Het uitgestrekte hoogveenmoeras - voornamelijk zichtbaar in deelgebied 2 - maakte de Peel tot een moeilijk begaanbaar en gevaarlijk gebied dat er voor kon zorgen dat bewoners van naburige dorpen elkaar totaal vreemd waren. Kleine buurtschappen en boerendorpen met kleinschalige turfwinning voor eigen gebruik voerden de boventoon tot de grootschalige turfwinningsindustrie rond 1850 op gang kwam. Veenkoloniën Griendtsveen en Helenaveen werden gesticht. 

 

Op de Peelhorst en in de Maasvallei van vandaag de dag zijn steden en dorpen gevormd en is het grootste deel van de ‘woeste gronden’ die eens het landschap vormden ontgonnen tot landbouwgrond.