Geomorfologie
Op de geomorfologische kaart hiernaast is te zien dat het gebied voornamelijk bestaat uit de Peelrandhorst. Deze horst is ontstaan door tektonische processen (hierover is meer te lezen onder het kopje geologie). Door deze tektonische processen zijn steile hellingen ontstaan die lokaal een hoogteverschil kunnen hebben van 1,5 meter tot 5 meter. Deze hoogteverschillen zijn tegenwoordig vaak bedekt of opgevuld met dekzand, echter is bij Uden (deelgebied 1) het hoogteverschil nog terug te vinden in het landschap.
​
Bovenop de horst is er door het watersysteem een pakket hoogveen ontstaan. Het veenlandschap zoals men dat nu kan zien in deelgebied 2 is ontstaan door menselijk handelen. Het veen is hier vanaf 1875 grootschalig ontgonnen waardoor de veenkoloniale ontginningsvlaktes zijn ontstaan.
Plateau-achtige horst: De horst is gevormd door de tektonische processen (zie geologie). Het lokale hoogteverschil kan wisselen tussen 1,5 tot 5 meter. De hoogteverschillen zijn voornamelijk in deelgebied 1 terug te vinden.
Veenkoloniale ontginningsvlaktes: Deze vlaktes zijn ontstaan door de turfwinning en zijn voornamelijk in deelgebied 2 terug te vinden.
Dekzandruggen: Verspreid door het gehele studiegebied zijn er dekzandruggen en dekzandwelvingen te vinden. Deze dekzandruggen zijn ontstaan doordat wind in het verleden sediment heeft afgezet.
​
Dekzandvlakten: Naast de dekzandruggen zijn er in die tijd ook dekzandvlaktes afgezet. Deze dekzandvlaktes zijn voornamelijk te vinden in deelgebied 2.
​
Restgeulen: In de beekdalen van de Maas zijn er restgeulen te vinden, dit zijn dal-vormige laagten die zijn
ontstaan door oude lopen van de Maas.
Dalvlakteterrassen: Door het meanderen van de Maas zijn de terrassen uitgesleten. Deze terrassen zijn kenmerkend voor de Maasvallei.